Het derde weekend van Deception Tours (DT3) in 1996 begon op vrijdag 11 oktober heel goed: Ferry Ossendorp ontdekte een Raddes Boszanger op de oostpunt. Deze kon nipt worden “binnengehaald” met een “record shot” foto en geluidsopname vanwege zijn voor Vlieland uitzonderlijke schuwheid (zoals jaren later zou blijken). Maar de toon was gezet, de lucht was zwanger van zeldzaamheden, we hoefden ze alleen maar te vinden. De Roodoogvireo - twitch van 4 oktober, na de geweldige vondst van Peter de Knijff en Marriëtte Hoffer op 3 oktober, lag nog vers in het geheugen. En tja, DT was naar Vlieland gekomen voor de Amerikanen en deze waarneming bevestigde nog eens de juistheid van die keuze.
De zaterdag kon de belofte nog niet helemaal inlossen: alleen Bladkoningen die oor en oog scherpten voor meer. En de nacht van zaterdag op zondag was aardedonker door de nieuwe maan.
In de eerste jaren van Deception Tours zat vrijwel de gehele crew in Pension Torenzicht. En het pension was vol, inclusief naast mij een extreem hard snurkende WW. Ik deed geen oog dicht, ook niet in de lounge waar ik ten einde raad naar afdaalde. De volgende dag boekte ik een kamer in Hotel Rispens, niet nog eens zo’n nacht! En zo kwam het dat ik de zondagochtend 13 oktober geheel fris en uitgeslapen op de fiets kon stappen. Eerst maar even langs de begraafplaats. Een groot aantal vinken zat in de rij eiken aan de oostkant van de begraafplaats. Half vanaf de fiets scande ik de groep en een zangvogel met spitse, zwarte snavel, een opvallende, onderbroken oogring, twee witte vleugelstrepen en gestreepte flanken kwam in beeld.
9.30 uur. Terwijl cognitief ik de kenmerken trachtte te verwerken, viel de fiets op de grond en schoot de adrenaline door mijn lijf. Reflexmatig herkende ik: Dendroica! Rationeel dacht ik seconden later: Blackpoll of Yellow-rumped! En weg was de vogel, mij in totale ontreddering achterlatend. Mijn adrenaline-lijf schreeuwde “rennen”, maar waar naar toe? Toen viel mijn oog op een mij onbekende vogelaar vlak naast de kerk: hij keek omhoog met zijn kijker naar een vogel in een van de grote platanen langs de begraafplaats. En met grote kalmte keek hij naar mij en wenkte. Zag ik dat goed, een subtiele, wenkende handbeweging? Voor mij? Ja, wie anders, we stonden daar verder helemaal alleen. Binnen een seconde stond ik naast hem en tot mijn grote blijdschap en verbazing zei hij koeltjes: “Ik zag net een Amerikaanse zanger, waarschijnlijk een Blackpoll” en die zin rolde eruit met een opvallende Vlaamse tongval (het bleek later om de bekende Belgische vogelaar Guido Bulteel te gaan, voor en na deze waarneming nooit meer op Vlieland waargenomen). In enkele woorden maakte ik hem duidelijk dat ik dezelfde vogel slechts een minuut eerder verderop had gezien. We hebben verder geen seconde verspild aan een discussie over de kenmerken en determinatie: onafhankelijk waren we tot de conclusie dat we een Dendroica hadden gezien en die was nu met grote snelheid weer verdwenen. Naar Torenzicht, hulp halen, alarmfase 1.
9.31 uur. Luttele seconden later was een wat brakke Ferry Ossendorp de eerste waar ik voor Torenzicht tegenaan blunderde. Uiterst koel trachtte ik hem duidelijk te maken dat we waarschijnlijk een Zwartkopzanger bij de begraafplaats hadden gezien en die was nu zoek. Ferry hoorde alleen een volstrekt onsamenhangende reeks woorden, waaruit hij afleidde “Blackpoll”, nu in het dorp. Binnen enkele minuten was de hele DT-crew geïnformeerd en gealarmeerd en fietste, rende of strompelde met gezwollen oogleden door het dorp. This is it! De Amerikaanse zanger is gekomen en we moeten hem nu terugvinden.
c.10.00 uur. Het is stil in het dorp. Een zware zeemist drijft binnen, de grafzerken, eiken en platanen vervagen, de sfeer is helemaal “Gothic” met overal vogelaars als dolende schimmen. Uit de kerk klinken hymnes, cantates, en ander hemels gezang. Dankbaar dat de eilanders ook meehielpen voelde ik mij steeds nerveuzer worden en zelfs misselijk van spanning. Waar is de vogel gebleven?
c.11.30 uur. Een snerpend geluid doorsnijdt de nevel, het verlossende fluitsignaal van Paul Schrijvershof: de vogel is teruggevonden in de tuin van Torenzicht “of all places”. Van alle kanten stromen de DT-crewmembers toe. Ik loop achter Eus van den Burg aan door het schouderbrede steegje naast Torenzicht. Eus stopt abrupt waardoor diverse vogelaars op elkaar knallen: hij hoorde de vogel roepen: “geelstuitzanger” zegt Eus nuchter, en rent weer verder. Even verderop is Rob Goldbach (†) tot dezelfde conclusie gekomen op basis van de scherpe roep. Pas als iedereen ter plekke is ontbloot de vogel de heldergele stuit en roept, of beter, schreeuwt iedereen in koor “Geelstuitzanger”. Een paar seconden later is de euforie compleet. Volwassen mannen vallen elkaar in de armen, kussen elkaar of schudden de hand. Ik zie EvdB huilen, dikke tranen van puur geluk. WW neemt mijn hoofd in zijn handen en geeft mij een dikke, vette kus. De Geelstuitzanger of beter Mirtezanger D. coronata is er weer vandoor, maar wordt snel weer teruggevonden bij de begraafplaats mede door de harde roep. Later die dag komt de beweeglijke vogel tot rust en houdt zich dan voornamelijk op bij Frisia fietsenverhuur in een (Amerikaanse!) Esdoorn.
Na de vogel uitgebreid bekeken te hebben besluiten Jelle Scharringa en ik gewoon verder te gaan met vogelen. En met succes: in de noordoosthoek van de oostpunt vliegt vlak voor onze voeten een Poelsnip op die alle strepen op de vleugels en wit in de staart uitbundig laat zien. Waarschijnlijk de vogel die Ruud Brouwer een week eerder (op 6 oktober) op dezelfde plek had gevonden.
Zo’n 95 vogelaars besluiten met de middagboot naar Vlieland te komen. Ramptoeristen Roland van der Vliet en ik stellen ons tactisch op bij de ingang van Dorpsstraat op de dijk. De nieuwe waterkering wordt aangelegd en er ligt slechts een smalle loopbrug over een diepe bouwput. Dat kan leuk worden als het vogelaarspeloton zich over deze plank moet wurmen, denken wij met leedvermaak. De boot legt aan en ruim voordat de voetgangersbrug de kade heeft geraakt springen de eerste vogelaars van de boot. Han Zevenhuizen voert de meute aan, die zich in een langgerekte slinger richting Dorpstraat beweegt. Een voor een rennen ze over de plank en de voorziene waterval blijft (gelukkig) uit. Bijna 100 groengeklede, volwassen mannen met kijkers en telescopen rennen door de Dorpstraat en laten het terraspubliek in verbazing achter. Om bij Frisia zich te verdringen rond de Mirtezanger die zich uitstekend laat bekijken en af en toe in de dakgoot baddert. Later bleek dat Leo Heemskerk rond acht uur bij het Armhuis twee keer een harde roep hoorde maar deze toen niet kon thuisbrengen ..... DT3 werd afgesloten op de veerboot: een uitgelaten menigte vogelaars met alleen maar “big smiles”.
Door de hectiek van vinden en kwijtraken is aan de determinatie aanvankelijk weinig tijd besteed. Het doorgeven aan en mobiliseren van de DT-crew had de prioriteit en welke Dendroica het betrof was eerlijk gezegd om het even. Echter, de details die ik aan de vogel in de eerste seconden kon zien laat geen twijfel over de determinatie: alleen Mirtezanger heeft een opvallende, onderbroken oogring. Zwartkopzanger D. striata heeft een nauwelijks opvallende, bijna gesloten oogring. Beide soorten heb ik, resp. in oktober 1984 en oktober 1985 op de Scilly Eilanden gezien in de jaren dat Yanks nog bijna jaarlijks werden gevonden. De Mirtezanger behoorde tot het recordaantal van zeven Amerikaanse landvogels* dat op één eiland (St. Marys) op één dag (12 oktober 1985) aanwezig was. De Mirtezanger van Vlieland werd op 15 oktober voor het laatst gezien. Het betrof het tweede geval voor het Europese continent. De eerste was slechts enkele dagen eerder op Utsira (8 oktober 1996) waargenomen. Helaas is het tevens de laatste Amerikaanse landvogelsoort die op Vlieland is vastgesteld.
.
Copyright © 1992-2024 Deception Tours - No Guts - No Glory!