Een quote uit mijn dagboek:
Later in de week liepen we weer op de Maasvlakte naar vogels te zoeken, waarbij we onze derde kleine vliegenvanger van het najaar vonden, toen in de middag onze piepers melden dat er een raddes boszanger zat op Vlieland. Deze vogel was al 17 jaar niet meer twitchbaar geweest in Nederland (de laatste op de Maasvlakte) en zo ontstond er toch weer enig paniek. Op het moment van de piep was net de laatste boot richting Vlieland vertrokken en moesten we op de volgende ochtend gokken. Derhalve stonden de volgende ochtend in Harlingen ± 100 vogelaars te wachten op de verlossende piep van het eiland. Het was in de nacht slecht weer geweest en dus hadden we alle (hoewel schamele) hoop dat de vogel er nog zat. Een half uur voor het vertrek werd ons telefonisch (en later per pieper) gemeld dat de vogel weer teruggevonden was, wat een ware run op de kassa opleverden. Gespannen gezichten veranderden in lachende en grappenmakende! Opeens had iedereen weer wat te melden en vertrok men vol goede moed richting de boot, het eiland en de daar klaarstaande taxi. We hadden de taxi al gereserveerd en weer propten we het busje vol met zoveel mogelijk personen. Rijden maar! De vogel bleek gewoon in de berm van de doorgaande weg te zitten, ofwel na 10 minuten rijden konden we onrustig uitstappen en aanschuiven. Nou ja, aanschuiven…. De vogel zat diep in het gras en bramenstruiken en liet zich soms gedurende enige tijd zeer moeilijk of niet zien. Toen ik als één van de eersten kwam aanlopen kwam de vogel toevallig net even naar boven en liet zich aan mij goed zien. De spanning valt dan weg, je hebt hem in ieder geval gezien (en nog goed ook), maar de andere zagen de vogel niet.
Hij zat namelijk maar op 2 meter afstand en de meeste zaten veel te ver weg te kijken. Zo goed mogelijk probeerde ik uit te leggen waar de vogel zat, probeerde elk takje en sprietje uit te tekenen en zo goed mogelijk aanwijzingen te geven. Het mocht niet baten, de meeste nog zeer gestresste vogelaars waren niet in staat goed te luisteren en te kijken. Men werd zelfs bijna boos op mij. Maar gelukkig werkte de vogel na enige tijd mee door wat hoger en verder eruit te komen. Men zag de vogel! En binnen korte tijd stonden er vele gelukkige vogelaars om mij heen. De vogel liet zich de gehele dag nog mooi bekijken, hoewel hij zelden hoger kwam dan een ½ meter en vaak diep onder het gras en in de braamstruiken verdween. Aan het einde van de dag namen we de boot weer terug om kwart voor vijf. Maar we waren nog niet tevreden en zaten druk te rekenen op de boot. Er zaten bij Gaast namelijk nog 5 zwarte ibissen en die wilden we ook nog wel even zien. Ofwel kwart voor vijf de boot, ander half uur varen, kwart over zes in Harlingen. Dat betekende nog een half uur de tijd voordat het donker was en ongeveer 15 minuten rijden naar de plek, het zou te halen moeten zijn. Van de boot af direct in de auto gesprongen en naar Gaast gescheurd. Als eerste en precies op tijd kwamen wij op de plaats aan om de 5 zwarte ibissen nog net langs te zien vliegen en over de dijk te zien verdwijnen. Hiervoor waren wij al bang, dat zij voor het donker al een slaapplaats zouden opzoeken in het riet aan de andere kant van de dijk en dat wij ze niet meer te zien zouden krijgen. Maar we keken goed waar ze de dijk overvlogen en reden weer terug naar deze plek waar we, gelukkig voor de anderen, de zwarte ibissen weer langs de rand van het riet terugvonden, zodat iedereen (en dat was toch nog zo’n man of 50) de vogels nog te zien kregen.
Copyright © 1992-2024 Deception Tours - No Guts - No Glory!