Eilandhoppen; the next level The dash for the Alpine Accentor

Dit verhaal begint eigenlijk op 19 april 1986 op een deprimerend deel van de stad Groningen; de Peizerweg. Het is ‘the day after’ en ik heb Eus van den Burg weten over te halen om nogmaals naar Groningen af te reizen. De Alpenheggemus die hier gisteren zovele (inclusief Eus dus) vermaakt heeft laat het nu afweten. De hele dag staren we naar een kantoorgebouw in de hoop dat toch nog een klein vogeltje van het dak omlaag dwarrelt en zich ontpopt tot de dwaalgast waarvoor we gekomen zijn. Helaas, het zou niet gebeuren.

Alpenheggenmus Groningen 18 April 1986 Foto Leo Heemskerk

Sinds die tijd hoopte ik elk voorjaar op de Alpenheggemus. Dan zat er weer eens een in Engeland, dan weer in Denemarken, maar ons land sloegen ze steevast over. De herkansing kwam pas tien jaar later, in 1998. Op Terschelling werd er eentje ontdekt, weer door de weeks. Al zingend en baltsend verbleef het diertje op een bunker, wat een Beierse afkomst doet vermoeden. Uiteraard zat ik niet meer op school, maar had ik werk waarvan ik gelukkig vrij gemakkelijk vrij kon krijgen als er ergens een zeldzaamheid opdook. Alleen toen niet. Ik kon pas weer op zaterdag. En u weet het al weer, foetsie. Ik durf wel te bewerend dat ik toen twee weken ziek geweest ben. Tien jaar gewacht en weer een dag te laat. Ook in het buitenland zag ik ze nooit. In de Alpen niet, in de Pyreneën niet en ook niet in de Himalaya. Ook kwam er nog een in Nederland. Ik weet niet meer wanneer, maar ik was in ieder geval op vakantie. Wat een ellendebeest!

Maar na regen komt zonneschijn, want in 2008 was het opnieuw raak. Precies 20 jaar nadat ik hem voor het eerst mistte werd er een Alpenheggemus gevonden op Vlieland. In het pinksterweekend en ik had nog twee weken vakantie ook! Enige probleem... ik zat met Anne op Corsica! Ik heb me ingehouden, maar inwendig heb ik aardig lopen vloeken. Gelukkig waren we al halverwege de vakantie en was het schitterende weer omgeslagen in wind, regen en onweer en belangrijker nog; alle soorten waren binnen, de Corsicaanse Boomklever incluis. De nauwe straatjes van Calvi waren koud, nat en tochtig. En dus besloten we een paar dagen eerder naar huis te gaan. “We gaan toch niet alleen terug voor dat vogeltje?” “Nee natuurlijk niet...” “... maar als ie er nog zit...” Op dinsdagochtend hebben we de boot omgeboekt, de spullen ingepakt en rijden we door de regen en de mist naar Ajaccio - ik zie tijdens een plasstop nog een Poelsnip op een grasveldje naast het tankstation - waar de boot om 13.00 uur zal vertrekken. In de rij voor de boot bel ik nog even met Jos van den Berg - die de vogels zojuist doorgaf - voor wat extra info. “Waar zit ie precies?” “Bij de vuurtoren. Waar zit je dan?” “Ik sta voor de boot.” “ok, dan zie ik je zo.” “Nou... voor de boot van Corsica naar Toulon.” “.... ok...?”

Om 22.00 uur meren we af we in Toulon, vanwaar de lange autorit naar huis begint. Alpenheggemus here I come! Het tempo is straf en de pauzes kort (welke pauzes?). Elke kilometer Franse snelweg brengt me dichter bij een einde van een jarenlange frustratie. Om een uur of negen, we rijden in een druk Maastricht, komt het verlossende bericht, de vogel zit er nog. Opluchting bij de één, ongeloof en bezorgdheid bij de ander. “Nee hoor, ik ben fit zat. Dat kleine stukje verder is ook geen probleem. Ik kan mooi de boot van half twee halen.”

Om 11.30 uur zijn we in Katwijk. Snel de auto voor de deur uitladen, tandenborstel in mn fototas... ben ik eigenlijk wel binnen geweest? Anne gedacht zeggen. “Nee hoor, het gaat prima, ben helemaal over mn slaap heen”. Doei!!

Om 13.30 uur zit ik in het zonnetje op boot naar Vlieland. Het kan raar lopen. Zo zit je nog weg te regenen op Corsica, zo zit je op een zomerse Waddenzee. Om 15.30 ben ik op de plek, maar een Alpenheggemus zie ik niet. Marc Plomp vertelt dat hij er al voor de derde keer is, en weer gaat hij met lege handen naar huis. Ik sta tot 19.30 uur te koukleumen, want ik ben natuurlijk te dun gekleed, en besluit een hotel te gaan zoeken, want ik heb onderhand begrepen dat de vogel zich alleen ‘s ochtend laat zien, mn maag rammelt. Om 22.00 uur lig ik in diepe coma. Om 06.00 uur gaat de wekker en om 06.30 ben ik weer op de plek... wat is dat... op een hekje, op nog geen 10 meter van me vandaan... hehe..., en nu dan eindelijk naar huis.

Epiloog Als er één schaap over de dam is... Inmiddels heb ik er al drie, waarvan twee in Nederland en één in India. Maar een Alpenheggemus gaat nooit vervelen. Ik denk dat dit één van mijn meest memorabele twitches is. Een mooie soort, waar ik al erg lang op wachtte, een mooie locatie, een goede inhaler en een onvergetelijke reis. Plus de gezichten die ik voor me zag van vrienden die nog niet met het beest gesynchroniseerd waren en die dachten, toen ik het beesie doorpiepte, dat ik hopeloos gevangen zat op een eiland bijna 2000 kilometer zuidelijker.

Arnold Meijer

Copyright © 1992-2024 Deception Tours - No Guts - No Glory!