Eigenlijk ben ik als vogelaar meer een ‘Terschellinger’ dan een ‘Vlielander’. Op dat eerste eiland kom ik veel vaker en ik heb er ook meer leuke soorten gezien. Maar ik heb ook niks tegen Vlieland, en de Waddenvelden van Lange Paal zijn moeilijk te evenaren als bestemming voor een kampeervakantie met kinderen in de krabbenvangleeftijd. Daarom werd ik in de zomervakantie van 2014 een tijdelijke overloper. De meeste ochtenden stond ik vroeg op om een paar uur te vogelen voor het gezin actief werd – daarbij in anderhalve week geen enkele andere vogelaar tegenkomend in het veld! Het was eind juli ook qua vogels nog tamelijk rustig afgezien van de wolken steltlopers langs de wadkant, maar ik sprokkelde zo toch drie Zwarte Ooievaars, een Purperreiger en een gezinnetje Fluiters (in Bomenland) bij elkaar. In de tweede week moest ik een paar dagen naar huis vanwege een crisis met onze poezen, en op zaterdag 2 augustus keerde ik terug naar het eiland om op zondag te helpen met opbreken en inpakken. We zouden met de middagboot vertrekken dus er was tijd voor een laatste ochtendexcursie.
Om 7:15 arriveerde ik bij de Kroonspolders waar ik eerst een slikkig plekje langs de weg in de eerste polder checkte, waar geregeld ruiters en pleviertjes zaten. Dat was nu leeg, maar voor de rietkraag langs de plas bleek tussen de stoppels op de slikrand een zomerkleed goudplevier te staan met een opvallende omlaagbuigende witte wenkbrauw en grove vlekken op de bovenzijde. Nog voor ik mijn telescoop kon pakken vloog hij op, waarbij een brede witte flankbaan, lichtgrijze ondervleugel en voorbij de staart stekende poten zichtbaar waren. Alles wees op Aziatische Goudplevier maar de vogel was inmiddels weg! Hopende dat hij was geland in de Tweede Kroonspolder ging ik snel die kant op. Een scan vanaf de posthuisdijk leverde in eerste instantie niets op, maar iets verder gelopen en terug kijkend bleek de plevier helemaal vooraan te foerageren, op het slik vlak achter de voorste rietkraag. Eenmaal in de scoop waren de grove witte vlekken op dekveren en tertials, korte handpenprojectie, zwart op de anaalstreek, lange poten en brede witte flankbaan zonder stola-effect snel afgevinkt: bingo!
Het maken van enkele foto’s kostte nog even moeite doordat de vogel ondertussen weer half achter de rietkraag was verdwenen. Hij foerageerde solitair langs de natte slikrand maar bleef behoedzaam, alert en veel rondkijken. Dit gaf me samen met de aard van de ontdekplek (de eerste slikplek vanaf de Noordzee) het idee dat het om een vers aangekomen vogel ging. Na een kleine 20 minuten vloog hij zonder aanwijsbare reden op en verdween over me heen naar het zuidoosten, en daalde pas naar het drooggevallen wad net voordat ik hem door de afstand uit het oog verloor. Op de terugweg een uurtje later reed ik nog even langs de ontdekplek – je weet immers maar nooit. Geen plevier meer daar, maar nu liepen er ineens zes Zwarte Ibissen te foerageren! Nog nagrijnzend over deze mooie uitsmijters begon ik een paar uur later aan het afbreken van de tent.
Na thuiskomst zocht ik naar eerdere waarnemingen van Aziatische Goudplevier op Vlieland, maar vond er geen. Even later bevestigde Leo Heemskerk dat ik een nieuwe eilandsoort had gevonden. Met deze ‘inhaler’ is de (verrassend kleine) voorsprong van Vlieland op het veel minder intensief bevogelde Terschelling in het aantal waargenomen soorten weer met één toegenomen. En dus zit ik wel een beetje met het gevoel in eigen doel te hebben gescoord.
Hans Schekkerman
Copyright © 1992-2024 Deception Tours - No Guts - No Glory!