In Telegraaf van dinsdag 1 juli 1958 pagina 5 staat het volgende:
Hier een quote’s uit het stuk:
Nauwelijks weer teruggekeerd van ons verblijf op Rottum en nog geheel vervuld van onze belevenissen op dat geïsoleerde vogeloord kreeg ik een telefoontje van dr. N.Kluyver uit Arnhem. Of ik gebrek aan werk had, klonk zijn vraag. Dat was juist niet het geval. “Ik heb wat moois voor je, iets heel bijzonderd. Er huist op het ogenblik een Ross meeuw op Vlieland. Ik zag de vogel daar en ben nu geheel zeker van de determinatie. Maar je moet haast maken, want de vreemde klant zit er al enige weken en elk ogenblik kan hij met de noordenzon vertrekken”.
Leuk om te lezen dat in 1958 vogelaars ook elkaar informeerde over zeldzaamheden en mooie uitspraak: “Of ik gebrek aan werk had”. Vervolgens beschrijf Jan P de twitch naar het eiland:
Kranig werk: Tijdens de heenreis had ik zitten puzzelen hoe ik nu op Vlieland, dat toch meer dan 20 km lang en enige km breed is, die vreemde meeuw zou weten te vinden. Het zou neerkomen op het zoeken naar de speld in de bekende hooiberg. Ik klampte mij vast aan de bioloog, die de vogel ontdekt had, een kranig stukje werk, want een Ross meeuw tussen al die kokmeeuwen, zilver- en stormmeeuwen uitpikken is niet zo eenvoudig. Na de maaltijd gingen wij er zonder omwegen op uit. De man van de bandrecorder ging ook mee en wij kamden het gehele gebied, waar de vogel steevast elke dag te vinden was, grondig uit. De meeuw bleef echter onvindbaar, hoewel hij er die middag nog gezien was.
Wie de man met de bandrecorder is weet ik niet. Waarschijnlijk staat deze vermeld op opnieuw uitgegeven filmopnamen door Jan P. Strijbos. DVD: 'Historische filmbeelden van Nederlandse vogelparadijzen (Sovon 2007). Deze zat ook als DVD bij boek 'Honderd jaar vogels beschermen', F. Saris (samenst.) 2007).
Onder het NetArie Spaans was echter van overtuigd, dat de vreemde vogel er nog huisde. Ook stond nu vast dat wij hier te maken hadden met een Ross meeuw. Een paar dagen te voren hadden zij met een zeer primitief net de vogel weten te verschalken. Vijf dagen lang hadden zij bij het net op de loer gelegen voordat de meeuw met meer geluk dan wijsheid toevallig onder het net kwam. De vogel werd nauwkeurig beschreven, alle maten werden genomen en genoteerd en nadat hij geringd was en voorzien van een voetring weer de vrijheid gegeven op de vangplaats.
Opvallend dat Jan P over hij schrijft. In De vogels van Vlieland” A.L. Spaans en C. Swennen wordt het volgende geschreven: Ross’ Meeuw, Dwaalgast die één keer is waargenomen van 6 juni tot 15 juli 1958. 1 vrouw met een nog niet geheel verbeend schedeldak; De vogel werd op 10 juli voor het laatst waargenomen en op 15 julie dood aangetroffen (Limosa 32:1-7)
Door de Modder
De volgende morgen heel vroeg er weer op uit. Het was beroerd weer met een druilerige motregen en slecht licht. Maar mijn hoop ging herleven toen wij tenslotte de vogel ontdekten. Ik had mijn zwaarste geschut meegenomen en toen het licht wat beter werd , trachtte ik de niet zeer schuwe vogel voetje voor voetje te besluipen. Het terrein was zeer drassig en uur na uur sopten wij door de modder en de slik en ten slotte wist ik enige opnamen te maken op minder dan 10 meter afstand. Na de koffie knapte het weer op, het werd droog en de zon kwam door. Hetzelfde spelletje herhaalde zich. Juist als ik meende de vogel in en gunstige positie te kunne fotograferen, vloog de meeuw onder het uiten van een niet al te krachtig: “kwieb” op, om een eind verder weer neer te strijken.
Zo zie je maar weer ook toen werd er koffie gedronken bij slecht weer. Voor het gehele verhaal zie de Telegraaf van dinsdag 1 juli 1958 pagina 5.
Deze eerste waarneming voor Nederland van de Ross Meeuw Rhodostethia rosea, is in Limosa beschreven LIMOSA 32 (1) : 1 - 7.
Op de Dutch Avifauna website staat meer informatie.
Film gemaakt door Jan P. Strijbos - uit collectie van Museon-Omniversum in Den Haag.
Copyright © 1992-2024 Deception Tours - No Guts - No Glory!